woensdag 15 december 2010

Nog vele jaren

Nog vele jaren wens ik je
en een vlekkeloos geheugen
dat van binnenuit gedurig kerft
in je ooit zo gave aangezicht

opdat de spiegel zorgen zal
dat je niet vergeten kunt
welke schade jouw botte angst
blijvend in mij heeft aangericht.

woensdag 1 december 2010

Texel

Het landschap stapelt zich op
in groen en bruin en blauw.

Een dikke laag tuin,
ruw opgezet in donkergroen,
de flinterdunne bruine strepen
van het fietspad en de weg.

Een smalle strook lichtgroen,
een donkergroene heg,
het groener van de buren
en de brede bruine streek
die de zeedijk blijkt te zijn.

Geen zee, al doet de wind
haar naar beste kunnen na,
wel blauw, heel veel blauw.

maandag 1 november 2010

Voor de spiegel

Voor schrijven is mijn hoofd genoeg:
woorden rijgen zich aaneen
en voegen zich bij de dingen
waarvoor zij zullen staan.
Neem dit:

Vaak is het sluiten van de rits
meer nog dan het poetsen van de tanden
een haast achteloos proces
dat gepaard gaat met een snelle blik
of ik mijzelf wel ben.

Soms echter stokt de rits
door ondergelegen stof
– prozaïsch maar het is niet anders –
of gewoon een autonoom defect.

Mijn blik verliest zijn spiegelbeeld,
stuurt het zoekend priegelen
tot de rits als alle dagen
soepeltjes weer sluit.

donderdag 30 september 2010

Ebreuil, Auvergne, half augustus

Een jaar gekochte boeken is gelezen,
de omgeving uitgebreid bezien.
De kaarten en vakantiegidsen
zijn zelfs niet leuk meer als lectuur.
Gisteravond kwam met regen,
deed denken aan, verlangen naar
de herfst. Zij veroverde de wereld buiten,
liet haar nat en modderig en kil.
Al uren dreigt vandaag de zon
maar weigeren de wolken.
Het wordt weer tijd voor thuis.

zondag 29 augustus 2010

Vanuit de kampeerstoel

Links het tentje van mijn dochter,
voor die van mijn zoon en mij,
rechts de tijdcapsule die ons bracht.
Het getjilp van kinderstemmen
vermengt zich met geruis van vogels,
de spelende rivier
en de kabbelende zoom van bomen
waarboven net de zon verschenen is.
Het zweet breekt door mijn schaduwpak
zodat ik op zal moeten staan.
Dan dekt een wolk de wereld toe
en stelt het moeten zich nog even uit.

woensdag 30 juni 2010

In het gras

Het vallen herinner ik mij
als de dag van gisteren
het opstaan daarentegen
als de dag van vandaag.

Maar als de dag van morgen,
dat zolang er niets gebeurt
er ook geen tijd verstrijkt.

Languit liggend in het gras
besluipt mij een vermoeden:

zijn we hier wel samen?

maandag 31 mei 2010

Amsterdam CS

Zoals zij geroutineerd de deuren
openend naar buiten rolt
en hij zich losmaakt van het wachten
denk ik van wel
maar kijk het toch nog even aan.

En hoe meer reizigers het beeld verwarren,
zich schijnbaar van geen doel bewust,
vergeet ik even zelfs de vraag
als jij je handen voor mijn ogen slaat.

donderdag 1 april 2010

Oude Amersfoortseweg

De Oude Amersfoortseweg
is eigenlijk gewoon een straat:
als je er niet hoeft te zijn,
loop je er gedachteloos door heen.
Maar sta nou eens even stil en sloop
de bebouwing uit je hoofd:
dan is de weg niet oud meer en zie je
de schapen op de arme grond,
de boeren en de ambachtslieden met
handkarren, nauwelijks belast met
schamele en karige waren.
Alles net genoeg
om niet van dood te gaan.
Op dat moment dan.

maandag 15 maart 2010

Champagne


De dag dat jij en ik opeens
wij
waren was veertien.
Het eerste jaar twaalf
momenten voor champagne,
het tweede ook nog wel.
Allengs echter meer de jaren zelf,
soms nog een opvallend deel daarvan.

Met een schok wist ik opeens:
gisteren was ik me niet bewust
dat het veertien was.

Champagne!

dinsdag 2 maart 2010

Lente

Hoewel vandaag
de meteorologische lente begint
en niet de echte
ben ik toch bereid
er ten diepste
in te geloven.

Dat heb ik
met de herfst
nou nooit.

zondag 14 februari 2010

Puy de Dôme

Uitnodigend is de flauwe helling
die de trillende vlakte verlaat.
Met het meer en meer meanderen
daalt de temperatuur,
schijnt de zon verder weg.
Het enige verschil tussen
in de mist tasten
en in de wolken zijn
is gelegen in de stemming
waarmee je aan de klim begon.

dinsdag 2 februari 2010

Geridderd

Het zonlicht schemert nog,
ik zweef wat op het zuchtje wind
dat stil van buiten binnensluipt,
drijf op de stroom
van de vage geluiden
die je zijn verspreidt.
Voor de goede orde bewijs je mij
zoals elke ochtend voor je gaat
lippendienst
en ontvangt daarvoor
mijn orde van de dag.

Zondag

De zaterdagkrant verstrijkt geruisloos,
kraakt met de crackers,
verspreidt zich in bed.
De radio wordt ongehoord
vermengd met het ontwaken
dat de balkondeur verraadt.
Slechts het piepen van de hele uren
bewijst dat er nog maat gehouden wordt.